woensdag 9 april 2014

Het ontstaan van de Cirkel


ik brei
de tijd
aan elkaar
dat houdt het
overzichtelijk voor me
zo kan ik zien
hoeveel tijd er is verstreken
tijd voelen is onmogelijk
het is niet betrouwbaar
een week kan oneindig lang duren
en toch lijkt het gisteren
die dag dat je dood bent gegaan

 

van het breiwerk maak ik een cirkel
ik zou graag willen
dat tijd een cirkel is

 
dan komen we elkaar weer tegen



de Cirkel is rond



Mijn ribbenkast



Met dit “harnas” was iets nieuws ontstaan.
Ik had geen harnas meer nodig om me te beschermen. Sterker nog, de spieren van mijn ribbenkast vormden een harnas op zich. Een die me pijn deed.
Ze zeggen weleens dat verdriet in je spieren gaat zitten. Het was voor mij moeilijk me aan mijn verdriet over te geven.

 


Ik verbeeldde mijn ribben als zacht en toch stevig. Gebreid in gemĂȘleerd rood en wit.
Wit om de stevigheid van de ruggengraat aan te geven. Het is van repen kaasdoek gemaakt.
Dit is een wat stugge stof.
En rode zachte synthetische wol. Deze kleur zie je ook in de harnassen die ik hiervoor vervaardigd heb. Zacht om de pijn en de spierspanning milder te verbeelden.
Met twee grote goudkleurige kralen heb ik de heftige pijnpunten aangegeven. Goud in de zin van waardevol, want hoe pijnlijk ook, het was het bewijs dat mijn lichaam ook bezig was met rouw.
Op zijn manier.

 
 mijn geest wil zich nu overgeven
maar mijn lichaam
is in verzet
alles
elke spier
heb ik gevoeld
doet me pijn
wil mijn lichaam in deze toestand blijven
er krampachtig aan vasthouden
wil mijn lichaam grenzen aangeven
zijn omtrek en oppervlakte aan me duidelijk maken
(“dit is wat je hebt, Mieke, wen er maar aan”)
wil het zich schrap zetten
ben ik nog niet beneden

 
het weet dingen die ik
mijn hoofd nog niet weet
het is fabuleus, dit lichaam

 
wonderlijk
 
 

geboren


ik draag je in mij
zoals ik onze kinderen deed
zij werden geboren

 
het was zo spannend
hoe ze eruit zouden zien
hoe ze zich zouden ontwikkelen

 
maar jij blijft altijd in me
jou ken ik
elke vezel van je

 
met jouw dood
is mijn nieuwe ik
geboren

 
het voelt net zo spannend
als toen onze kinderen
geboren werden

 
blijf bij me


Wiegwens




Veel te laat, weken na Ronalds dood, besefte ik dat ik Ronald had willen wiegen. Dat ik zijn hoofd in mijn schoot had willen leggen en hem had willen wiegen. Zoals je een klein kind gerust stelt, wiegt totdat het in slaap valt. Ik denk dat ik tegelijkertijd ook mijn lot had gewiegd.
Ja, ik had ons samen willen wiegen.

 

Om het alsnog te doen verbeeldde ik Ronald en mijzelf in stof.

Het is goed zo.
 
 

Waarom


Ronalds kleren. Moeilijk.
Ze hebben zeker nog een jaar in de kast gelegen.
De meest speciale blijven bewaard. Door de kinderen, door mij.
In de serie harnassen heb ik een T-shirt van Ronald geheel beplakt met kleine gescheurde stukjes papier. Op het overgrote deel staat de tekst “Waarom”.

Tja, waarom stopt iemands leven zo abrupt?


 
 

Spijkerbroek



 
Op een van de spijkerbroeken van Ronald heb ik de doodsoorzaak verbeeld.

Wat voor velen een onschuldige endoscopische knieoperatie is, werd voor Ronald 8 dagen later een fatale longembolie.

Met rood garen heb ik de drie sneetjes van de kijkoperatie in zijn rechterknie verbeeld. Vandaaruit gaat een rode bloedstroom naar boven. Ter hoogte van zijn hart, ver boven de tailleband van zijn spijkerbroek uit, verandert het rode garen in sisaltouw en eindigt in een prop. De embolie.

Na de operatie vroeg Ronald foto’s te maken van zijn knie, als vergelijkingsmateriaal.
Deze foto’s heb ik op de rechterbroekspijp genaaid.

 
 

mijn handen




mijn handen
spreken uit
wat mijn mond
niet zeggen kan

 

mijn handen
wenen het verdriet
dat mijn ogen
niet huilen

 

mijn handen
luisteren naar mijn hart
daar waar ik
er doof voor ben
(als mijn hoofd alles overschreeuwt)


Harnas




Een harnas geeft je bescherming. Tegen gevaar van buitenaf, van lans of pijl.
Het is ervoor gemaakt dat de kans zeer klein  is dat je dodelijk getroffen wordt door een wapen.
Het beschermt je zachte huid en je levenskern.

Toen mijn man Ronald overleed kreeg ik maanden later de bijna onstilbare behoefte een harnas te maken.
Werken met materiaal dat hard en glad is, dat weerbarstig is, waar je moeite voor moet doen het in de vorm te krijgen die je voor ogen hebt, is een uitdaging. Dat was het toen zeker. Het weerspiegelde waar ik dagelijks mee te maken had: de weerbarstigheid van het leven. Voor Ronald hield het op, het onze, dat van de kinderen en mij, ging onverwijld door. Ik deed verwoede pogingen er vorm aan te geven. Een nieuw leven opbouwen is ongelooflijk hard werken.
Het in elkaar zetten van het harnas gaf me rust, alsof daar een bescherming vanuit ging. Alsof ik mezelf toestemming gaf bescherming op te zoeken door even aan de zijlijn van het leven te gaan staan.

 
 
Vanuit dat ene harnas kwam al snel een tweede. Ik wilde de binnenkant van een harnas onderzoeken. Wat ik verbeeldde was Ronalds hart.
Stil, flinterdun en kapot. Met aan het hart vast 7 cm kralen, die de fatale embolie verbeeldden.
Dit harnas gaf geen bescherming. Het zette een moment vast in de tijd. Dat ene moment.

 


De volgende harnassen werden zachter en chaotischer van binnen. Ze verbeeldden verwarde gevoelens, verdriet, angst en wanhoop. Van metaal ging ik over naar papier en plastic. Bubbelplastic omdat het ook beschermt.
Sisaltouw kwam erbij, gehaakt of gebreid om gedeelte van het harnas te bedekken. Daarmee verbeeldde ik de enorme spanning in de spieren van mijn lichaam.

 


Het harnas was niet langer nodig.
Ik had zachtere objecten nodig om me mee te omringen.